Het Limburgs Museum beschikt over een collectie van ongeveer 3.600 glasnegatieven uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Ze zijn bijna allemaal vervaardigd door Jan de Jong, fotograaf van onder meer de Panorama, Katholieke Illustratie en Libelle. De Jong's werkterrein was het zuiden van Nederland. Over de zeer bijzondere fotografische verzameling publiceerde het Limburgs Museum en Mediagroep Limburg in 2010 het boek Het glazen album van Limburg.
Een van de foto's in de publicatie trok begin 2014 de bijzondere aandacht van amateurhistoricus Rob Hendrikx uit Lanaken (B). Op de foto - die van Jan de Jong de titel Brunssum. In het woonwagenkamp: de kleine violist had gekregen - herkende hij ogenblikkelijk Willy Steinbach, een ouder broertje van Settela Steinbach.
Velen kennen het meisje Setella van een van de beroemdste foto's uit de Tweede Wereldoorlog - ze staart verward en angstig naar buiten vanuit een goederenwagon waarvan de deur nog niet helemaal is dichtgeschoven.
Rob Hendrikx nam contact op met het Limburgs Museum dat nog over drie andere glasnegatieven beschikt die Jan de Jong in het woonwagenkamp in Brunssum in oktober 1935 maakte. Op deze beelden staan vele leden van de familie Steinbach.
De wereldberoemd geworden Settela is op dat moment tien maanden oud en wordt door haar zusje Elisabeth op de arm gedragen. Afdrukken op groot formaat van deze unieke en historisch gezien zeer waardevolle beelddragers zijn te zien in een kleine presentatie, getiteld:
1944
De kleine violist Celestinus 'Willy' Steinbach
Vermoord in Auschwitz
2014
Het kinderrijke gezin van Heinrich (Moeselman) en Emelia (Toetela) Steinbach reisde in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog langs verschillende locaties in het zuiden van Limburg, zoals Maastricht, Buchten, Brunssum en Susteren. Vanaf juli 1943 mocht er van de bezetter niet meer met woonwagens worden rondgetrokken. Het gezin belandde op het woonwagenkamp in Tongelre-Eindhoven.
Op 16 mei 1944 hield de Nederlandse politie in opdracht van de nazi's de enige grote razzia onder de Sinti en Roma in Nederland. Vader Moeselman was toen al in Kamp Amersfoort geïnterneerd. Zijn vrouw en negen kinderen werden in Eindhoven opgepakt en via Westerbork enkele dagen later naar Auschwitz gedeporteerd. De oudste vier kinderen werden vanuit Auschwitz in werkkampen ondergebracht, waar ze bezweken door ziekte en ontberingen. Moeder Toetela en de vijf jongsten kwamen in het speciale zigeunerafdeling van Auschwitz-Birkenau en werden twee maanden later vergast. Vader Moeselman overleefde de oorlog, maar kwam het verlies van zijn gezin niet te boven en overleed op 9 juni 1946 in Maastricht.
Door de aangrijpende filmbeelden van Settela Steinbach bij het vertrek van de trein uit Westerbork, werd het meisje een symbool van de Holocaust. Pas in 1994 ontdekte een journalist haar identiteit en bleek dat zij geen Joods meisje was maar een Limburgs Sinti meisje.
Limburgs Museum
Keulsepoort 5
5911 BX Venlo
www.limburgsmuseum.nl