Weinig fotografen denken bij natuurfotografie aan het gebruik van een flitser. Toch is de flitser hier net zo belangrijk als in de andere takken van de fotografie.
Het eindresultaat van je flitsfoto staat of valt met een goede techniekbeheersing. Bestudeer daarom de handleiding van je flitser grondig. Maar wanneer gebruik je de flitser nu in de natuur?
Flitsen over grotere afstand
Ook bij natuurfotografie maken we gebruik van flitslicht om schaduwen op te helderen en om het beeld meer zeggingskracht te geven. Het onderwerp bepaald hierbij hoe we het flitslicht gaan inzetten. Fotograferen we vogels in de vrije natuur, dan bevinden deze zich vaak op grote(re) afstand.
Neem daarom een flitser met een hoog richtgetal, deze hebben een grotere reikwijdte. Om het bereik van de flitsers nog groter te maken, gebruiken we bij vogels vaak een Better Beamer. Deze bundelt het licht in een smalle straal, waardoor het bereik groter wordt.
Voor dit soort fotografie stel je de flitser in op de High Speed modus. Dat wil zeggen dat je de flitser bij alle sluitertijden kunt gebruiken en dus niet de standaard flits-synchronisatietijd hoeft te gebruiken. Zie ook het artikel Vogelfotografie deel II voor een afbeelding van de Better Beamer.
Kijk goed naar het verschil tussen de twee foto’s van de bijeneters. Klik daarvoor de twee opnamen eens aan zodat ze groter worden weergeven. In dit geval is flitslicht toegepast om een klein lichtpuntje in het oog aan te brengen om de foto een sprekender effect te geven.
Overdrijven leidt al snel tot onnatuurlijke situaties
De opname is belicht volgens de belichtingsmeter in de camera, zonder rekening te houden met de flitser. Op de flitser stel je een belichtingscorrectie in van -1 tot -2 stops. Doe je dat niet, dan geeft de flitser te veel licht af waardoor het onderwerp te flets wordt. Experimenteer hiermee en overdrijf niet, want bij te veel flitslicht gaat het natuurlijke effect verloren.
Flitser los van de camera
Om de indruk van natuurlijk licht te versterken, plaatsen we de flitser niet op de flitsschoen van de camera, maar verbinden deze met de camera via een kabel. Zo kunnen we het flitslicht uit een richting laten komen die het meest natuurlijk is voor het betreffende onderwerp.
De flitser kan daarbij eventueel in de hand gehouden worden. De kabel is voor alle camera/flits combinaties aan te schaffen. Samen met de Omnibounce wordt je flitsfotografie voor weinig geld veel flexibeler.
Met de flitser dichterbij
Flitslicht gebruiken we ook om onderwerpen dichtbij op te helderen of van meer kleur te voorzien. Inflitsen van onderwerpen die zich dicht bij de camera bevinden leveren vaak harde slagschaduwen op wat tot een onnatuurlijk effect leidt. Daarom gebruiken we in deze situatie liever een softbox of difussor.
Het directe flitslicht wordt dan mooi verzacht en levert een realistischer beeld op. Softboxen zijn over het algemeen niet alleen duurder maar ook een stuk groter. Een difussor zoals de Omnibounce is echter gemakkelijk te bevestigen en geeft al snel resultaat.
Deze zwam op een oude boomstam bevond zich in het tegenlicht. De flitser is voorzien van een Omnibounce en via een kabel met de camera verbonden. Hierdoor kon onder een hoek van 45 graden en op dezelfde hoogte als de zwammen worden ingeflitst.
Hier is een belichtingscorrectie op de flitser ingesteld om het licht zo natuurlijk mogelijk te laten lijken
Het flitslicht zorgt zo voor een natuurlijk lichtaccent van rechts. Door de Omnibounce ontstaat een zachtere verlichting waardoor voldoende tekening en zachte schaduwpartijen overblijven in de opname. Op de flitser is een belichtingscorrectie ingesteld van -2/3 stop.
Nog dichterbij (close-up)
Natuurlijk kunnen we de flitser ook gebruiken in het macro- en close-up gebied. We bevinden ons dan slechts enkele centimeters of decimeters van het onderwerp. Ook hierbij geldt dat we het licht goed moeten doseren. Overdrijven leidt al snel tot onnatuurlijke situaties.
Bij deze opname is de flitser met Omnibounce onder een hoek van 45 graden en enigszins van boven op de bloemen gericht om het zonlicht na te bootsen. Hier is een belichtingscorrectie van -1 stop op de flitser ingesteld om het licht zo natuurlijk mogelijk te laten lijken. Zeker bij bloemen loop je anders het risico dat het beeld snel flets wordt. De subtiele verlichting van de bloemen is dan beter waar te nemen. Ook valt dan op dat door de extra verlichting van de bloemen op de voorgrond, de achtergrond donkerder is geworden en minder afleidt. Een bijkomend voordeel van flitslicht.
Samenvatting
Flitslicht is goed toepasbaar bij natuurfotografie, mits je het met beleid toepast. Probeer het zo natuurlijk mogelijk te houden. Overdrijven leidt al gauw tot teleurstellingen. Experimenteer daarom met verschillende situaties, zoals de hoeveelheid flitslicht, maar ook de hoek waaronder je het onderwerp verlicht. Als snel zul je ontdekken dat de flitser een belangrijk onderdeel is van je fotouitrusting als je de natuur in trekt.