Obscuur, spannend, fraai... Urban exploration photography is het allemaal. Beoefenaars van deze discipline hebben niet meer nodig dan een bouwval waar al jaren geen stap meer is gezet en een camera.
Niemand. Een verlaten terrein. Een vervallen fabrieksgebouw. Bijna vervlogen sporen van de aanwezigheid van mensen. Scherven glas, een kapotte deur, afgebladderde verf. Waar de meesten een unheimisch gevoel zal bekruipen zien urban exploring fotografen esthetiek.
Urban exploration photography, ook urbex-fotografie genoemd, is een variant op urban exploring, een Engelse term die zoveel betekent als ‘het onderzoeken van het urbane’. Urban explorers scheppen er plezier in om zich op terreinen te begeven die niet toegankelijk zijn, tot verboden gebied zijn verklaard.
Rob Funcken beweegt zich sinds een jaar of drie in de scene, eigenlijk vanaf het moment dat hij fotografie tot zijn hobby’s kon rekenen. Het moet ergens eind 2005 zijn geweest. Dagelijks reed Rob met de trein langs de afgelegen Koninklijke Verenigde Lederfabriek in Oisterwijk. Zijn nieuwsgierigheid was gewekt en op een middag ging hij er met een vriend naartoe om foto’s te maken.
Rond deze fotografiediscipline hangt behalve een zweem van illegaliteit ook geheimzinnigheid
“Een geweldig avontuur, gezellig en spannend. De sfeer, allemaal rare voorwerpen, administratieve stukken, alsof het pand hals over de kop was achtergelaten. Geen hoogstandjes, maar ik heb wel een paar foto’s kunnen maken. Nog meer is die middag mijn belangstelling voor urbex-fotografie ontstaan.”
Volgens de 19-jarige student grafische vormgever in Eindhoven bestaan er twee typen urban explorers: de een gaat voor mooie foto’s, de ander voor de spanning waarbij een foto hoogstens als bewijsexemplaar geldt.
Rond deze fotografiediscipline hangt behalve een zweem van illegaliteit ook geheimzinnigheid. Om te voorkomen dat er een stormloop op een locatie ontstaat door collega’s, maar ook vandalen en dieven, geven urbex-fotografen goede locaties niet zomaar prijs. Low profile is het motto. Zoveel maakt ook het urbex-forum duidelijk, waar een omzichtige ruilhandel in locaties gaande is.
De belangrijkste basisregel in urbex-kringen is: leave nothing but footprints, take nothing but pictures
Gevraagd naar de juiste plekken verwijst Rob naar België. “Ideaal. Dichtbij en veel leegstaande gebouwen. Zo weet ik een weeshuis midden in de Ardennen. Staat al jaren leeg, staat daar gewoon te vervallen. En vlakbij is een spookhotel, een betonnen constructie die nooit is afgemaakt en al jaren leeg staat. Andere goede locaties vind je in het Duitse Ruhrgebied.”
In Nederland daarentegen zijn de goede locaties op een hand te tellen. Het probleem is bovendien dat de gebouwen vrij snel een bestemming krijgen, dan wel onder de sloophamer belanden. Maar voordat een goede urbex-locatie ontstaat, moet een gebouw even staan, omhelsd worden door tijd en natuur.
Een tweede motto, zo niet de belangrijkste basisregel in urbex-kringen is ‘leave nothing but footprints, take nothing but pictures’. Daarmee wordt bedoeld dat het not done is om de boel te slopen.
Ook de Tilburger forceert bij het betreden van een perceel niks. Nog nooit heeft hij een raam ingegooid of een breekijzer nodig gehad. Dan zou hij zich een inbreker voelen. Liever klimt hij op het dak op zoek naar een open raam. Altijd is er een mogelijkheid om clean binnen te komen.
Soms grijpt hij naar z’n setje schroevendraaiers of geeft hij een flinke ram tegen een deur. Rob moet om die reden ook niets hebben van graffiti artists. Graffiti kan volgens hem een gebouw verpesten.
Rob doet z’n tasje open, om op verzoek de standaarduitrusting van een urbex-fotograaf te tonen. Statief, draadontspanner, zaklamp, mobieltje en goede, neutrale kleding, om niet te veel op te vallen.
Rob: “Ik ben een einzelgänger, op mezelf gericht, maar ga uit veiligheidsoverwegingen nooit alleen. Het is eng. Je kunt altijd in problemen komen. Je kunt een zwerver maar ook een paar cowboys tegenkomen. Je zit er wel met je dure apparatuur.”
Rob mag dan tijdens zijn ongeveer 25 bezoeken aan verschillende locaties nooit tegen een crimineel aangelopen zijn, wel kwam hij 'in aanraking met justitie'. Even gezweet heeft hij die keer in de oude conservenfabriek in Cuijk.
Voordat een goede urbex-locatie ontstaat, moet een gebouw even staan, omhelsd worden door tijd en natuur
Samen met een vriend was hij via een open ruit naar binnen geklauterd om na een kwartiertje fotograferen opeens te zien hoe een auto het erf opdraaide. Eenmaal verstopt tussen stellages en spinnenwebben, hoorde Rob hoe het open ruit dichtgetimmerd werd.
Toen voetstappen, steeds dichterbij, en opeens een stevige bouwvakker met z’n maten voor zijn neus. Drie minuten later was ook de politie gearriveerd.
Soms snapt de politie niet dat je alleen maar foto's wilt maken
“Dachten ze dat we koperdieven waren… Soms snapt de politie niet dat je alleen maar foto’s wilt maken. 50 Euro boete, voor het me bevinden op onbevoegd terrein. Maar de foto’s maakten later veel goed.”
Schoen: de focus ligt op het ritme van de deuren wat gek wordt onderbroken door de schoen. Het muiltje, dat er al lag en er niet speciaal is neergelegd, is een voorwerp dat je daar niet snel verwacht.