Preview Scott Kelby’s digitale fotografie boek, Hoofdstuk 3 De waarheid over lenzen (7)
Teleconverters bieden een handige en relatief goedkope manier waarmee je nog dichter bij de actie komt. Ze zoomen de hele lens een beetje verder in, meestal een factor 1,4 dichterbij, een factor 1,7 dichterbij of zelfs tweemaal dichterbij. (Maar ik raad je alleen de 1,4x-teleconverter aan, want die beïnvloed de kwaliteit niet zo zichtbaar als de andere twee.)
Zolang je een kwaliteitsteleconverter aanschaft (Nikon en Canon maken goede), is er maar één mogelijk nadeel; je verliest bij een factor van 1,4 één stop aan licht. (Bij de hogere converters verlies je nog meer licht.)

Dus stel dat f/2.8 de laagste waarde voor je lens is, dan wordt f/4 je laagste waarde zodra je een teleconverter gebruikt. Ik zei ‘mogelijk nadeel’, want als je bij helder daglicht fotografeert is het niet zo’n probleem als je een stop licht kwijtraakt.
Maar fotografeer je ’s avonds bij stadionlicht, dan is het wel een probleem. Dan kun je die ene stop licht namelijk niet missen. Het is het verschil tussen scherpe opnamen en onscherpe bewogen beelden. Ik grijp meteen naar deze lens als... ik sportwedstrijden of wilde dieren bij helder daglicht fotografeer.
Teleconverters werken niet met elke lens
Controleer voor je een teleconverter aanschaft of hij wel geschikt is voor je lens. Niet elke lens doet het met een teleconverter. Meestal vind je bij de informatie over de teleconverter een overzicht van welke lenzen wel en welke niet geschikt zijn.